Wat is het pensioenakkoord en wat staat er in?

In het pensioenakkoord staan uitgangspunten voor een nieuw pensioenstelsel in Nederland.  Het kwam 5 juni 2019 na 9 jaar onderhandelen tot stand tussen werkgevers, werknemers en het kabinet. De uitgangspunten worden de komende jaren uitgewerkt en vertaald naar wetgeving. Het pensioenakkoord grijpt in op alle drie pensioenpijlers:

Deze wetgeving zal voor de tweede en derde pijler naar verwachting niet voor 2022 in gaan.

De belangrijkste uitgangspunten sommen we hieronder op.

Wil je een indruk krijgen van wat het pensioenakkoord je bedrijf gaat kosten? Laat dan gratis een financiële scan uitvoeren.

Foto: uitleg op kantoor

Voor het pensioen van de overheid: de AOW (eerste pijler):

Stijging AOW-leeftijd verloopt trager

  • AOW-leeftijd voor 2020 en 2021 vastgesteld: deze is bevroren op 66 jaar en 4 maanden voor deze jaren.
  • AOW-leeftijd wordt in 2022 66 jaar en 7 maanden
  • AOW-leeftijd wordt in 2023 66 jaar en 10 maanden
  • AOW-leeftijd wordt in 2024 67 jaar
  • AOW-leeftijd stijgt vanaf 2025 gematigd met leeftijdsverwachting mee: voor elk jaar dat de leeftijdsverwachting stijgt, stijgt de AOW-leeftijd met 8 maanden

Werkgever boete voor eerder laten stoppen met werken dan de AOW-leeftijd (RVU-heffing) wordt verlaagd of zelfs nul

Een werkgever die een werknemer die eerder stopt met werken een bedrag meegeeft ter overbrugging tot AOW leeftijd, betaalt vanaf 2021 minder of geen RVU-heffing. De boete geldt alleen nog voor het deel dat uitstijgt boven (bruto) Eur 19.000 per jaar. Voorwaarde daarbij is dat de werknemer binnen drie jaar voor de AOW-leeftijd stopt met werken.

Voor het pensioen via de werkgever (het “tweede pijler pensioen” of  “aanvullend pensioen”):

Leeftijdsonafhankelijke premie

Afschaffen van de doorsneesystematiek betekent dat de hoogte van de pensioenpremie voor iedereen met een pensioen van de werkgever, onafhankelijk wordt van de leeftijd van de deelnemer. We schreven een artikel met uitgebreide uitleg over de doorsneesystematiek omdat het een kernbegrip uit het pensioenakkoord is.

Degressieve pensioenopbouw

De ingelegde premie bepaalt de aangroei van pensioen in een bepaald jaar. Daardoor neemt de jaarlijkse pensioenaangroei voor een deelnemer aan een bedrijfspensioenregeling bij een gelijke premie jaarlijks af. We schreven een artikel met uitgebreide uitleg over degressieve pensioenopbouw omdat het een kernbegrip uit het pensioenakkoord is.

Nominale garanties vervallen

De premie wordt gebaseerd op een gewenst pensioenbedrag. Dit bedrag wordt niet gegarandeerd, alleen nog met de premie inleg en rendement daar op, nagestreefd. Daarmee wordt de hoogte van het pensioen voorwaardelijk.

Collectieve risicodeling

Tegenvallers en meevallers worden gedeeld: wanneer de omstandigheden mee- of tegenvallen, is het de bedoeling dat deze mee- en tegenvallers door alle deelnemers (gepensioneerden, werknemers en slapers) worden gedeeld.

Het voorwaardelijk pensioen wordt bij mee- en tegenvallers eerder aangepast dan nu

Door de voorwaardelijkheid , kunnen mee- en tegenvallers ook sneller leiden tot aanpassing van het voorwaardelijk pensioen.

Eventuele pensioenaanpassingen wordt direct of gespreid doorgevoerd, keuze staat nog niet vast

Bij direct doorvoeren wordt direct in een jaar volledig aangepast, bij gespreid wordt in 10 jaar elk jaar 1/10 aangepast. Welke variant het wordt, moet nog besloten worden.

Compensatie voor wie benadeeld wordt

De wijziging zal voor grote groepen mensen financieel nadelig uitpakken. Deze moeten daarvoor gecompenseerd worden. Het is nog niet duidelijk of dat voor iedereen gaat lukken en hoe dat gefinancierd wordt.

Transitieperiode

Om de grote verandering te kunnen doorvoeren wordt een overgangsperiode ingesteld.

Verplichtstelling blijft

Bedrijven die onder een CAO vallen waarin pensioen is geregeld, blijven verplicht om voor hun medewerkers pensioen te regelen volgens hun CAO.

Omzetting bestaande pensioenaanspraken

Het kabinet is bereid regels voor het omzetten van een oude naar een nieuwe regeling (“collectief invaren”) op te stellen.  Ook voor de omrekening van de huidige nominaal gegarandeerde, naar de nieuwe voorwaardelijke aanspraken.

Een deel van het pensioen mag als bedrag ineens worden opgenomen

Het plan is dat 10% van de waarde van het pensioen op de pensioendatum ineens kan worden opgenomen. Er wordt onderzocht of meer flexibiliteit mogelijk wordt.

Verzoek voor extra verlofsparen

De mogelijkheid om extra fiscale ruimte te creëren van in totaal 100 weken verlofsparen mogelijk te maken waarbij verlofsparen inzet van CAO-onderhandelingen kan zijn.

Nabestaandenpensioen moet worden gestandaardiseerd, beter en begrijpelijker worden

Het toekomstig fiscaal kader biedt ruimte voor nabestaandenpensioen en voortgaande opbouw van pensioen bij arbeidsongeschiktheid. De nieuwe opzet van beide faciliteiten wordt nog bepaald.

Voor het pensioen dat mensen zelf regelen (derde pijler):

Fiscaal kader voor alle pensioenen wordt gelijk

Er komt een maximaal fiscaal toegestane premie die voor iedereen gaat gelden. Datzelfde maximum geldt voor pensioen via de werkgever en pensioen dat in privé (derde pijler) wordt opgebouwd. Dit betekent een verruiming van de derde pijler.

Er komt onderzoek naar een mogelijkheid voor vrijwillige aansluiting

Zelfstandigen kunnen onder de huidige regels, onder voorwaarden, alleen hun pensioenopbouw bij een pensioenfonds voortzetten als zij voorheen deelnemer waren. Het kabinet gaat onderzoeken of aansluiten bij een regeling of bedrijf ook mogelijk gemaakt kan worden voor zelfstandigen die niet voorheen in dienst waren.

Verplichte verzekering tegen arbeidsongeschiktheid voor zelfstandigen

Zelfstandigen worden verplicht zich te verzekeren voor arbeidsongeschiktheid.

Alieke - Pensioenconsultant

Alieke Doornink
Senior consultant